Checklist: bezwaar

Download de checklist als PDF

Bij het indienen van een bezwaarschrift moet op tal van zaken worden gelet. Niet alleen de motivering is belangrijk, maar ook de juiste vorm – al is daar recent wat versoepeling gekomen – en de termijn waarbinnen het bezwaar moet worden ingediend zijn uitermate belangrijk.

In het PDF-bestand dat hier kan worden gedownload, bevat een checklist die een overzicht geeft van de elementen waarmee rekening moet worden gehouden bij het opstellen een bezwaarschrift tegen een aanslag in de inkomstenbelastingen (personenbelasting, vennootschapsbelasting, rechtspersonenbelasting of belasting van niet-inwoners).

Deze checklist kan niet echter niet gebruikt worden voor een bezwaar tegen een aanslag in de onroerende voorheffing.

Download de checklist als PDF

Nuttige Links:

Wetboek van de inkomstenbelastingen – de artikelen 366 e.v. regelen de bezwaarprocedure

Administratieve commentaar bij artikel 366 van het WIB

Administratieve commentaar bij artikel 371 van het WIB

Arrest van het Hof van Cassatie van 5 juni 2014

Mondelinge parlementaire vraag nr. 1756 van mevrouw Carina Van Cauter dd. 28.01.2015

UPDATE: Circulaire van 3 februari 2016 (AAFisc Nr. 5/2016 (nr. Ci.704.063)): Bezwaarschrift – Vormvoorwaarden – Termijn

Verhoogde rolrechten: wordt ook uw fiscaal geschil duurder?

Download deze tekst als PDF

De minister van Justitie, Koen Geens, kondigde een herziening aan van de rolrechten.  Wat rolrechten zijn en wat de invloed is van de aangekondigde wijzigingen op fiscale geschillen, leest u hier.

Rolrechten? Wat?

Wanneer een zaak voor de rechtbank wordt gebracht, schrijft de griffie de zaak in op de algemene rol. Dat is de lijst met zaken die de betrokken rechtbank te behandelen heeft.

Over het algemeen, maar niet altijd, moet op dat ogenblik een specifieke belasting worden betaald als bijdrage in de kosten van de rechtspleging. Deze belasting is het rolrecht.

Voor de inschrijving van een zaak op de algemene rol van de rechtbank van eerste aanleg betaalt de rechtzoekende nu € 100, voor het hof van beroep is dat  € 210. Wie een zaak aanhangig maakt bij het Hof van Cassatie, betaalt € 375.

Ook in fiscale zaken? 

Voor fiscale betwistingen bestaat er een uitzondering op de verplichting om rolrechten te betalen. Het Wetboek der registratie-, hypotheek en griffierechten stelt de inschrijving van zaken met betrekking tot belastingen immers vrij van rolrechten (artikel 279/1, juncto artikel 162).

Bij de inschrijving van een fiscale zaak op de rol van een rechtbank of hof, moeten dus geen rolrechten worden betaald.

Wat verandert er?

De regering diende eind februari een wetsontwerp in in de Kamer. In dit wetsontwerp worden niet alleen de bedragen van de rolrechten aangepast, maar worden ook de bestaande vrijstellingen beperkt.

De vrijstelling voor fiscale zaken blijft enkel behouden voor die zaken die betrekking hebben op minder dan € 250.000. Voor zaken met een hogere inzet, zullen na de wetswijziging wel rolrechten moeten worden betaald.

Die rolrechten zullen berekend worden zoals in handelszaken en burgerlijke zaken. Na de wetswijziging zal dat bedrag niet meer enkel afhangen van de rechtbank die het geschil zal behandelen, maar in principe ook van de waarde van het geschil.

Voor fiscale betwistingen met een waarde van € 250.000 tot € 500.000, zal het rolrecht bij de rechtbank van eerste aanleg € 300 bedragen, bij het hof van beroep € 600 en bij het Hof van Cassatie € 800. Voor betwistingen met een waarde van meer dan € 500.000, zijn deze bedragen respectievelijk € 500, 800 en € 1.200.

De totale rolrechten voor fiscale zaken waarvan de waarde de drempel van € 250.000 overschrijdt, gaan dus van € 300 indien het bij één aanleg blijft, tot € 2.500 indien ook het hof van beroep en het Hof van Cassatie zich over de zaak moeten buigen.

De griffie zal de rolrechten berekenen aan de hand van een pro fisco verklaring die samen met de dagvaarding of het verzoekschrift ter griffie moet worden neergelegd. In die verklaring moet de eiser de waarde van zijn definitieve vordering schatten. De waarde van de vordering bevat niet alleen de betwiste belasting, maar ook de interesten tot op de  datum van de inleiding van de vordering voor de rechtbank.

Voor fiscale zaken met een waarde van minder dan € 250.000 is dergelijke pro fisco verklaring niet nodig.

De overige wijzigingen zijn minder relevant voor fiscale zaken: zo bijvoorbeeld de gevolgen op het bedrag van de rolrechten van het feit dat er meerdere eisers zijn; deze situatie zal zich bij fiscale zaken vooral voordoen in de personenbelasting, waar de geschillen veelal een waarde hebben die lager is dan € 250.000.

Wie moet dat betalen? 

De rolrechten maken deel uit van de gerechtskosten.

In eerste instantie zullen zij moeten worden betaald door de partij die de zaak voor de rechtbank, het hof van beroep of het Hof van Cassatie brengt. In eerste aanleg is dat veelal de belastingplichtige.

Op het einde van de rit zullen de rolrechten kunnen worden teruggevorderd van de partij die in het ongelijk wordt gesteld. Ieder eindvonnis moet de in het ongelijk gestelde partij immers in de kosten verwijzen.

Dit wilt niet zeggen dat de belastingplichtige die een aanslag ziet vernietigd of ontheven worden, steeds de rolrechten integraal kan terugvorderen van de fiscus. Wanneer de partijen elk omtrent enig geschilpunt in het ongelijk zijn gesteld, kan de rechter kiezen hoe hij de kosten over de partijen omslaat. Het Hof van Cassatie geeft een ruime interpretatie aan het begrip “enig geschilpunt”.

Indien de belastingplichtige dus verschillende geschilpunten opwerpt en op één ervan ongelijk krijgt, kan hij alsnog een deel van de gerechtskosten, waaronder de rolrechten, moeten betalen.

Zo bijvoorbeeld de belastingplichtige die ongelijk krijgt over zijn argument dat de invordering van de belasting verjaard is, maar wel gelijk krijgt dat de belasting onterecht werd gevestigd. Of nog de belastingplichtige die zonder succes argumenteert dat de aanslag nietig is omdat de fiscus de procedureregels niet heeft nageleefd, maar wel bekomt dat de aanslag wordt ontheven omdat de belasting niet verschuldigd is.

Door de invoering van de rolrechten in fiscale zaken wordt het dus nog belangrijker om zuinig te zijn met argumenten waarvan de slaagkans zeer klein of onbestaande is.

Download deze tekst als PDF

Nuttige Links:

Het wetgevingsdossier met betrekking tot het wetsontwerp op website van de Kamer van Volksvertegenwoordigers met onder meer het wetsontwerp

Het wetboek der registratie-, hypotheek- en griffierechten op http://www.fisconet.fgov.be